Het Loodswezen

Bob

Student-loods, regio Rotterdam-Rijnmond

De dag van Bob

Loop een dag mee met Bob student opleiding Master in Maritime Piloting tijdens zijn praktijktentamen.

Oproep

“Zit je nog in je cirkel?” vraagt m’n examenloods als ik de telefoon opneem. “We hebben zo een verhaler van de Shell in Moerdijk naar de wachtpalen in de Westelijke Insteekhaven.”. Glimlachend denk ik terug aan de metafoor die we de dag ervoor schetsten over de figuurlijke cirkel die de afstand vanaf de woning aangeeft waarbinnen je kunt bewegen als je voor een reis geroepen kunt worden. In principe moet je binnen anderhalf uur na het oproepen aan boord van het schip kunnen zijn. “Dat ga ik redden, zie je zo op de Heijplaat.”

Tentamenreizen

Na maanden van voorbereiding is nu het moment aangebroken waarop ik word beoordeeld op mijn opgedane kennis en kunde van het loodsenvak. Deze tentamenreizen, 8 in totaal, worden door twee verschillende loodsen afgenomen. Vandaag resteren de laatste 2 tentamenreizen. Snel bekijk ik op het SPIL, het inzetsysteem van het Loodswezen, de afmetingen van het schip. Vanuit mijn schuiladres in Brielle ben ik binnen een half uurtje op de loodsenpost op de Heijplaat. Bij aankomst print ik het ‘witje’ uit, een formulier waar alle noodzakelijke gegevens van het schip en de af te leggen reis op staan. Hierop staat dat we onder andere een sleepboot hebben bij vertrek en aankomst.

Start reis

Al snel verschijnt de loods op de post en brengt een taxi ons naar Moerdijk. “Zo jongeman, hoe laat kan ik jullie weer ophalen?” vraagt de taxichauffeur terwijl hij me door zijn achteruitkijkspiegel aankijkt. Hardop reken ik de tijd uit hoe lang het ongeveer gaat duren. “Met een uur moeten we gemeerd liggen.” Bij aankomst staan de roeiers al te wachten. Op de kade bespreek ik met hen wat in hoofdlijnen mijn plan is bij vertrek en aankomst. De sleepboot van Muller ligt al te wachten bij het achterschip. Het schip ligt met haar kop om de oost en vanwege de noordenwind heeft de kapitein een sleepboot besteld. Nadat ik met de kapitein de benodigde gegevens van het schip besproken heb, vraagt de loods, die inmiddels in een hoek van de brug van zijn koffie aan het genieten is, of een vervolgreis over twee uur mogelijk is.
 

Samenwerking met sleepboten en roeiers

Na de verhaalreis in Moerdijk rijden we terug naar Rotterdam. In de Waalhaven ligt een schip op vertrek wat moet verhalen naar de Botlek, achterin de Centrale Geul. Het schip ligt stuurboord gemeerd. Eenmaal op de rivier overdenk ik met de manoeuvreerervaringen bij vertrek de aankomstmanoeuvre. Na overleg met de kapitein besluiten we een sleepboot te bestellen. Het kost enige overtuigingskracht om hem te overtuigen van het nut van een sleepboot. Wanneer ik de aankomsituatie schets, gaat hij akkoord.

Nadat de kapitein akkoord geeft bel ik met de sleepbootmaatschappij om te vragen of zij een sleepboot ter beschikking hebben. De planner geeft aan dat er een sleepboot beschikbaar is en dat die op korte termijn kan assisteren. We varen over de volle eb de Botlek in. Na het vastmaken van de sleepboot naderen we het einde van de Centrale Geul, waar we iets meer zicht krijgen op de situatie. Het lijkt erop dat er tussen een tweetal rijen bakken voldoende ruimte is om te manoeuvreren. Navraag bij de roeiers leert dat ook zij inschatten dat het in de huidige situatie mogelijk moet zijn de ligplaats te bereiken.

“Gefeliciteerd!”. De examenloods steekt zijn hand uit als ik naar binnen loop nadat het schip gemeerd ligt. “Het zit erop!”. De praktijktentamens zijn afgerond. De laatste tentamenreis bleek dit een reis te zijn wat op voorhand een ‘verhalertje’ leek, maar bij nader inzien toch heel wat meer omvatte dan op voorhand was ingeschat. Dat maakt voor mij het loodsenwerk tot een vak. 

Ook bij deze reis geeft de loods mij nog wat tips mee voor een volgende keer. Het blijft een leerproces en elke reis kent haar leermomenten. Op naar de volgende mijlpaal!